Het is alweer een week geleden dat ik enthousiast afreisde naar het Gelredome in Arnhem. Mijn favoriete voetbalclub Feyenoord speelde daar de kwartfinale van de beker tegen Vitesse. Mijn vader had via een collega van hem twee kaarten kunnen regelen, en zo ging ik voor het eerst in het vak van de tegenstander zitten. Ik was dan ook wat gespannen vooraf, maar besloot er toch maar als supporter heen te gaan..
Ik wilde mijzelf niet laten kennen en dacht ook dat het wel gewoon moest kunnen. Ik trok gewoon mijn Feyenoord shirtje aan, weliswaar wel met 3 lagen eroverheen, het was immers ook een koude donderdag. En zo nam ik de bus vanuit Nijmegen die mij bij het stadion zou afzetten. Op mijn werk in Nijmegen gaf iedereen al aan dat ik niet naar dat wespennest moest gaan en dat ik ze maar even moest afmaken. Mijn afkeer van Arnhem was (nog) niet zo groot, dus ik lachte erom en hoopte gewoon te gaan genieten van een leuke voetbalavond.
Naarmate de busrit vorderde stapte er steeds meer volk in dat ook naar de wedstrijd ging. Uiteraard waren dit allemaal Vitessesupporters, voor de uitsupporters gold immers een verplichte buscombi vanuit Rotterdam. De meeste supporters die in de bus instapten waren rond de 20 jaar en hadden duidelijk al wat bier op. Ik schrok een beetje van het taalgebruik en van het feit dat ze zeiden dat ze hoopte dat ze konden vechten. Ze gaven aan er flink op los te gaan slaan als er dus Feyenoord supporters zouden zitten in hun eigen vak. Ik besloot op dat moment mijn jas nog maar een stukje verder dicht te doen, zodat de kraag van mijn Feyenoord shirt echt niet zichtbaar was.
Ongeveer een uur voor de wedstrijd kwam ik aan bij het stadion. Mijn vader was afgereisd met de auto vanuit Ede. Hij had de auto prima geparkeerd net naast het stadion, waar een suppoost al had herkend dat hij geen Arnhemmer was en hem daarop gewezen. Hij had voor de rest maar in de auto zitten wachten. De kroeg vlakbij het stadion had hij als vertegenwoordiger van het vreemdelingenlegioen niet durven te betreden. Er stonden geen rijen en we werden verder ook niet gefouilleerd, dus konden makkelijk naar binnen.
Hier namen we een biertje en betraden we de tribune. We zaten mooi op rij 3 (gingen per ongeluk op rij 2 zitten) en dus heel vlak op het veld. De wedstrijd begon nog aardig, maar al gauw was het onrustig in het stadion. Overal openbaarde zich kleine vechtpartijen en het was duidelijk dat Feyenoord supporters niet echt veilig waren. Mijn vader leeft meestal nogal hardop mee met zijn club Feyenoord, waardoor ik zenuwachtiger werd. Helemaal opvallend was dat supporters zich langs stewards worstelde om onderlangs te rennen naar het vak waar er een vechtpartij was, om daar mee te knokken. Vervolgens konden deze supporters weer terugkeren in hun eigen vak, ik vond dit nogal een opvallend tafereel.
De wedstrijd verliep totaal ook niet zoals gehoopt en met een desillusie rijker nam ik de bus terug naar huis. Het stadion was halfleeg en er was plek zat, maar toch vonden de vitesse supporters het schandalig dat er Feyenoorders zaten in hun eigen vak. Begrijp mij niet verkeerd, andersom was dit waarschijnlijk ook verkeerd gegaan. Ik word er alleen heel erg verdrietig van dat er zoveel haat en nijd is tussen supportersgroepen. Dat geweld opeens is geoorloofd en dat juichen voor een andere club al zoveel teweeg kan brengen. Dat schelden met “Kanker” en “Homo” ontzettend normaal is geworden. Ik houd verschrikkelijk van het spelletje, maar ik schaam mij soms verschrikkelijk voor de velen supporters die dit ook doen. We kunnen het niet meer een probleem noemen van een kleine groep, want het is duidelijk een best wel hele grote groep die schelden, haat, en geweld goedkeurt voor het simpel juichen voor een andere voetbalclub. Zolang we dat niet inzien, harder en strenger optreden en veel zwaarder clubs bestraffen, zal er weinig veranderen. Ik vrees dat onderduiken bij de club van de tegenstander voorlopig nog wel even Russisch Roulette blijft. Ik weet niet of ik het vaker durf te wagen. Maar tegen beter weten in blijf ik voor dat spelletje en mijn club juichen en kan ondanks deze desillusie mijn liefde voor dit spelletje niet kapot…