Als het slecht met mij gaat schrijf ik meer. Meer, omdat het een vorm is van verwerken. Meer omdat het in mijn hoofd verschrikkelijk onrustig is en ik aan niets anders meer kan denken. Meer, omdat ik het hardop soms zo moeilijk durf uit te spreken of kan vertellen. Meer, omdat ik de wanhoop ergens kwijt moet. Vandaag is opnieuw zo’n dag.
Het eerste uur na de afwijzing ging het nog oke. Daarna alleen maar bergafwaarts. Ik sta op een plek in mijn leven zonder positieve aanknopingspunten. Ik zie ze nergens. Voor mijn gevoel loopt het tussen mij en mijn vrienden ontzettend stroef. Ze zijn druk, weten niet hoe ze er voor mij kunnen zijn of na 4 jaar GGZ kan ik het nog steeds niet toelaten. Ik voel ontzettend dat ik heb gefaald en dat tegenspreken lukt mij niet. Op mijn telefoon krijg ik dan ook weinig berichten. Ik spreek ook vrijwel met niemand af.
Ik lees niet meer. Ik staar voor mij uit. Soms een opleving van een uurtje. Dan weer de terugslag dat het toch geen zin heeft. Ik ben godverdomme 29. Veel mensen zullen bij het lezen van deze blog denken, “was je niet gewaarschuwd?”. De vraag ”“Maar na die afwijzing stort je toch niet weer zo in?” deed pijn, vooral omdat ik hem moet beantwoorden met “Sorry, toch wel”. Ondanks de 20e afwijzing op rij doet het in alle facetten pijn. Pijn omdat nu zeker is dat ik toch werkloos word, terwijl ik dat juist wilde voorkomen. Angst dat alleen thuiszitten mij nog depressiever zal maken, al weet ik niet of dat in mijn huidige staat wel kan. Angst dat ik langzaam vergeten wordt, terwijl de mensen in je omgeving bevallen, nieuwe uitdagingen vinden in werk, relaties aangaan of huizen kopen.
“Je moet positief blijven, Thomas, het komt voor jou wel”. Ik lach cynisch. Het doet ongelofelijk pijn hoe mijn liefdesleven ook nooit lukte. Het doet ongelofelijk veel pijn dat het CBR na 2 jaar zei je kan nog steeds niet rijden. En dat 20 werkgevers nu al hebben gezegd: “We moeten je niet”. “Neem het niet zo persoonlijk. Je moet gewoon de juiste baan nog vinden”. Ik lach cynisch. Ik droomde echt zo van die vacature bij het Ministerie, iedereen vond het passend. En nu is het zogenaamd nog niet de juiste baan. Als je maar niet hoeft te voelen hoe miserabel ik mij echt voel. Dat is de reden waarom ik denk dat jij dat zegt. Sorry, dat ik nog steeds zo’n hoopje wanhoop ben na 4 jaar in de GGZ.
In huis is het dramatisch. Nog steeds gedoe met internet en tv. Van de week geen warm water. Schimmel in mijn slaapkamer. Van beide kreeg ik de schuld. Volgens mijn huisbaas komt het doordat ik de was ophang in mijn slaapkamer en te weinig mijn raam open heb (hallo kou). Daarnaast kon ik prima zelf het warm water bij de CV doen. Ik moest daarvoor alleen het houten schot weghalen en dan kon ik de druk bijvullen van de CV. Waarom had ik dat toch niet gedaan. Dat ik helemaal niets kan en een miserabel hoopje wanhoop werd opnieuw bevestigd. Daarnaast werd ik vannacht geterroriseerd door muizen. Er zat er een vast onder mijn kledingkast en om de 20 seconde was er heel veel lawaai. Wakker liggen met zelfhaat, wanhoop, verdriet en een muis die je terroriseert. Goh, wat was er anders dan in 2014? Ik had toen na mijn afstuderen ook gezeik met mijn huisbaas, had ook afwijzing na afwijzing, muizenplaag in mijn woning, eenzaamheid en geen liefde en moeilijke band met vrienden.
Er werd mij van de week gevraagd of ik spijt van mijn openheid had gehad over mijn psychische aandoening bij mijn sollicitatie. Ik dacht eigenlijk alleen dat ik spijt had dat ik in de afgelopen jaren nog geen suïcide heb gepleegd. Want na Lunteren, wekelijks schematherapie en veel andere moeite en energie is er echt heel weinig verbetert. En dat is voor jullie al moeilijk om te zien. Voor mijzelf alleen nog veel meer.
Ik heb super veel inzichten gekregen. De praktijk is alleen nog weerbarstig. Lichamelijk gaat het ook helemaal niet goed. In mijn 8e week is mijn hardloopblessure nog even hardnekkig. Mijn darmen en jeukklachten, vage steken, schimmels en vieze geur en smaakklachten zijn er ook nog steeds. Geen dokter die mij gelooft en iets doet. Het is en blijft doorsukkelen en dat was in 2014 ook.
Morgen is het december en 52 weken na mijn laatste dag in Lunteren. Ik zou geen negatieve uitingen meer doen. Ik zou mijzelf niet meer vergelijken. Ik zou niet meer zoveel bevestiging zoeken. Ik zou niet op zoek naar eigenwaarde gaan in sexting of andere berichtjes. Ik zou niet meer dreigen met zelfmoord. Ik zou niet meer hele dagen achter mijn telefoon zitten en alles pleuren op social media. Alles is mislukt. Nee, niet soms, maar vrijwel iedere dag. Ik ben te zwak om door te zetten. Mensen zijn mijn cynisme zat en vinden dat ze niet zo behandeld hoeven te worden. Mensen zijn zat dat ik na 4 jaar zo weinig geleerd lijk te hebben. Het is vallen en opstaan. Maar eigenlijk vooral vallen. Ik stuurde dinsdag al een hulpkreet naar mijn therapeute dat het zo slecht gaat. Pijnlijk opnieuw dat ik die moest sturen. Nog pijnlijker dat er geen reactie kwam.
Zowel qua gezondheid, huis, vrienden, werk als qua psyche gaat het kut. Stabiliteit is er niet. Leuke dingen zeg ik weer af. Het is geen terugval, maar het is nog even slecht als bijna altijd. Ik heb het allemaal weer opgeschreven en vast schrikken er weer een heleboel mensen van die het allemaal niet begrijpen. Ik hoor precies alweer wat mensen tegen mij gaan zeggen en dat dat allemaal zo goed bedoeld is. Mijn leven is een aaneenschakeling van teleurstellingen. Jullie leven ook zolang je met mij omgaat. “Maar Thomas, dit hoort er allemaal bij, leer nou eens omgaan met teleurstellingen”. Het zijn er te veel en ik ben te zwak, vandaag kan ik het niet anders verwoorden.